Aufgabe 1
 
Ordnen Sie den Fragen die richtigen Antworten zu.
Wie bent u?
Waar kom je vandaan?
Hoe heet je?
Bent u mevrouw Visser?
Aufgabe 2
Lesen Sie das Gespräch und wählen Sie die richtigen Formen aus.
Jessica: Dag, ik heet Jessica Visser. En wie u? Franka: Dag, ik Franka Schmidt. Jessica: Dit mijn collega Geert. Franka: Goedemiddag. Geert: Goedemiddag. Waar u vandaan? Franka: Ik uit Wuppertal. Dat is in Duitsland. En u? Geert: Uit Middelburg. Dat is in Nederland. Franka: En waar u? Geert: Ik in Antwerpen. En u? Franka: Ik woon in Königswinter. Dat in de buurt van Bonn. Geert: Hartelijk welkom in Vlaanderen. Franka: Dank u wel.
Aufgabe 3
Hören Sie sich das Gespräch an und wählen Sie die richtigen Antworten aus.
Esra is erg ziek.
Dave weet niet wat het woord "verkouden" betekent.
Aufgabe 4
Lesen Sie die Uhrzeiten und tippen Sie die fehlenden Wörter in die Lücken ein.
Het is 15.05 uur. - Het is vijf drie.
Het is 11.30 uur. - Het is twaalf.
Het is 8.15 uur. - Het is over acht.
Het is 17.50 uur. - Het is tien zes.


Sonderzeichen, die Sie evt. benötigen

’é
Aufgabe 5

Hallo Katja,
Hoe gaat het met je? Met mij gaat het prima. We zijn terug van vakantie en ik ben alweer twee weken aan het werk. Ik wil je graag onze vakantiefoto’s laten zien. Je bent toch van 2 t/m 7 december in Amsterdam? Klopt dat? Dan kunnen we toch weer in het café in de Westergasfabriek een kopje koffie drinken. Wanneer kan je? Van 5 t/m 7 december kan ik helaas niet, maar ik kan wel op 3 of 4 december ‘s middags. Laat snel iets van je horen.
Groetjes,
Elise

Lesen Sie die E-Mail und wählen Sie die richtigen Antworten aus.
Wanneer kan Elise?
Elise gaat op vakantie.
Aufgabe 6
 
Lesen Sie die Sätze und ziehen Sie die passenden Wörter in die Lücken.
Jan is de zoon van Esther. - Esther is de van Jan. Julia is de schoondochter van Erwin. - Erwin is de van Julia. Henk is de oom van Rosalie. - Rosalie is de van Henk. Els is de Oma van Evert. - Evert is de van Els. Kirsten is de tante van Martijn. - Martijn is de van Kirsten. Karin is de kleindochter van Dick. - Dick is de van Karin. Karel is de zwager van Katharina. - Katharina is de van Karel. Ton is de zoon van Hugo. - Hugo is de van Ton.
Aufgabe 7
Hören Sie sich die Beschreibung des Tagesablaufs von Jorien an und wählen Sie die richtigen Antworten aus.
Hoe laat fietst Jorien naar haar werk?
Wat doet Jorien op haar werk?
Aufgabe 8
Lesen Sie das Gespräch und wählen Sie die richtigen Formen aus.
Femke: Hoe laat je gisteren ?
Anita: Om acht uur.
Femke: En wat je 's middags ?
Anita: 's Middags ik hard .
Femke: En 's avonds?
Anita: 's Avonds ik naar de film .
Aufgabe 9
 
Bringen Sie die Teile des Gesprächs in die richtige Reihenfolge.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.
Aufgabe 10
Ergänzen Sie den Text, indem Sie die fehlenden Wörter in die Lücken eintippen.
Dirk Lemmen heeft nu een leukere baan vroeger. Zijn vrouw werkt net lang als hij. De geboorteplaats van Dirk Lemmen is kleiner zijn woonplaats. Hij vindt veiligheid even belangrijk financieën.


Sonderzeichen, die Sie evt. benötigen

’é
Aufgabe 11
 
Lesen Sie den Lebenslauf und ziehen Sie die passenden Überschriften in die Lücken.
Curriculum vitae

naam: Dirk Lemmen
burgerlijke staat: gehuwd

1980-1985 Hogeschool Utrecht, studie bedrijfseconomie
1972-1976 Politieacademie Apeldoorn

sinds 1998 ING, adviseur buitenlandse kredieten
1976-1998 Korps Utrecht, financieel adviseur
1970-1972 ABN AMRO, baliemedewerker

sinds 2007 gemeenteraadslid CDA
sinds 1980 lid CDA
Aufgabe 12

Als u naar buiten gaat, slaat u links af en dan gaat u alsmaar rechtdoor. U komt dan bij een groot plein. Midden op het plein staat een fontein en aan het plein ziet u een museum en een klein cafeetje. U moet rechts om het plein lopen. Dan loopt u de derde straat rechts in. Aan het eind van deze straat ziet u op de hoek het stadhuis. Dat is een groot, oud gebouw. U kunt het eigenlijk niet missen. Bij het stadhuis slaat u rechts af en dan is de tweede straat links de Vechtstraat.

Lesen Sie die Wegbeschreibung und wählen Sie die richtigen Antworten aus.
Als u naar buiten gaat, moet u links afslaan en daarna meteen rechts.
Het stadhuis is in de Vechtstraat.
Test abschließen

Wollen Sie den Test jetzt auswerten lassen? Falls Sie nicht sicher sind, ob Sie alle Aufgaben bearbeitet haben, können Sie mit Klick auf die Nummern in der Navigationsleiste zu den einzelnen Aufgaben zurückgehen.

Mit Klick auf „Auswerten“ starten Sie die Auswertung.